hoofddoek en koran: basic facts

De koran over de kleding van vrouwen

Als het over de kleding voor vrouwen gaat zijn er twee plaatsen in de koran, die daarover handelen. Beide stammen uit de periode na de Hidjra (horen dus bij de ‘latere openbaringen’). De eerste staat in soera An-Noer (‘Het Licht’), hoofdstuk 24, verzen 30-31:

Soera 24: 30 Zeg (O Mohammed) tot de gelovige mannen dat zij hun ogen neerslaan en hun kuisheid bewaken (= hun begeerten in toom houden,  volgens anderen: hun geslachtsdelen bedekt houden), dat is reiner voor hen. Voorwaar, Allah is alwetend over wat zij bedrijven. 31. En zeg tot de gelovige vrouwen dat zij hun ogen neerslaan en hun kuisheid bewaken en hun sieraad niet tonen, behalve wat daarvan zichtbaar is. En laten zij een bedekking (‘khimar’) over hun boezem dragen en hun sieraad niet openlijk tonen, behalve aan hun echtgenoten, of hun vaders etc.. [lijst van mannelijke familie]. En zij moeten niet met hun voeten stampen zodat men weet wat zij voor verborgen sieraad hebben.

Wat wordt hier over de kleding gezegd? De man wordt eerst vermaand om niet op een onbetamelijke wijze naar een vrouw te kijken (hij moet zijn ogen neerslaan) en hij moet zich netjes te kleden. Daarna wordt de vrouw aangesproken om zich evenzo te gedragen ten opzichte van de man en zich netjes te kleden. Dan volgen voor vrouwen nog een aantal concretiseringen. Drie elementen worden genoemd qua kleding en één met betrekking tot bepaalde bewegingen:
1. Ze moeten hun ‘sieraad niet tonen, behalve wat daarvan zichtbaar is’ ;
2. ze moeten een ‘khimar’ over hun boezem dragen ; en:
3. Ze mogen hun sieraad niet openlijk tonen behalve binnenshuis in de familiekring (= duidelijk gedefinieerde groep van het mannelijk geslacht).
4. Ze moeten niet met hun voeten stampen omdat anders het verborgen sieraad zichtbaar wordt.

Over de interpretatie van deze teksten, straks meer. Eerst de andere korantekst.

In de tweede tekst worden de vrouwen van Mohammed aangesproken (Voor hen gelden blijkbaar strengere regels dan voor de anderen: zij moeten bijv. binnen blijven) maar de geboden voor die vrouwen wat het onderdeel ‘kleding’ betreft worden ook van toepassing verklaard op de ‘vrouwen van de gelovigen’.

Soera 33:59 O Profeet, zeg tot jouw echtgenotes en jouw dochters en de vrouwen van de gelovigen dat zij hun overkleed (‘djilbab’) over zich heen laten hangen. Zodoende is het gemakkelijker om hen te herkennen en worden zij niet lastiggevallen. 

Dus: Aan de kleding kent men de moslimvrouw. Maar welke kleding precies ?

Zoals elke tekst hebben deze uitspraken een historische context gehad (die we niet precies kennen, maar kunnen proberen te reconstrueren). Dus is er enige toelichting nodig om tot een interpretatie te komen: een poging om te begrijpen wat hier wel en niet bedoeld werd. En daarna moet er nog de toepassing komen, de applicatie op vandaag, dat is een kwestie van hermeneutiek, omdat we in een andere historische context leven dan Mohammed.

Puntsgewijs:

  1. Eerst is er geen kledingvoorschrift van kracht. Argument: In de periode van de eerste openbaringen in Mekka is er geen enkele soera overgeleverd die iets zegt over de kleding.
  2. Na de vlucht uit Mekka (Hidjra) wordt kleding blijkbaar een issue. Mohammed huwt zelf meerdere vrouwen. Naast eerbaarheid in het algemeen, wordt uit 33:59 duidelijk dat het kledingvoorschrift op z’n minst ook dient om de vrouwelijke volgelingen van de profeet op straat te onderscheiden van andere vrouwen en – omineuze toevoeging – om te voorkomen dat ze lastig gevallen worden op straat. De weg naar de culpabilisering van het slachtoffer, blaming the victim wordt hier wijd open gezet.
  3. Gaat het hier eigenlijk wel over de hoofddoek, kun je je afvragen ? Enige bedekking van het hoofd is algemeen-oosters. In 24:31 is nadrukkelijk sprake van een opdracht om de boezem te bedekken, niet het hoofd. De arabische term voor deze bedekking is ‘khimar’. Dat woord is vandaag de technische term voor een boezembedekkende hoofddoek. Dan lijkt het duidelijk: Mohammed vraagt om een ‘khimar’, een boezembedekkende hoofddoek. Toch is het niet zo simpel als het lijkt. Het arabische woord ‘khimar’ in de zevende eeuw had een veel algemenere betekenis (‘bedekkend weefsel’, ‘sluier’). Hier staan we voor wat exegeten het gevaar van filologische inlegkunde noemen, waarbij een bepaalde uitleg van een oude tekst heeft geleid tot een betekenisverschuiving van een woord uit die tekst in de richting van die uitleg. Als je deze oproep leest terwijl je ‘khimar’ neutraal laat (een bedekking) dan lees je een oproep om de boezem te bedekken en gaat het hier om een décolleté-verbod. Bijkomend argument voor deze uitleg is dat andere vers, soera 33:59, waar helemaal niet naar de hoofdbedekking wordt verwezen, enkel naar de manier waarop de kleding valt. Binnen de koran strand je hier en wordt het welles-nietes, vanwege de filologische aporie rond de betekenis van het woord ‘khimar’. De latere overleveringen (hadith) tenderen duidelijk richting hoofddoek, maar zelfs daar kun je twijfelen [zie onder].
  4. Wat wordt eigenlijk bedoeld met ‘hun sieraad’ en wat dus met de zin dat zij hun sieraad niet tonen, behalve wat daarvan zichtbaar is.’  Met ‘sieraad’ wordt waarschijnlijk hun lichaam (hun schoonheid) bedoeld. De duiding ‘behalve wat daarvan zichtbaar is’ wordt pas in de latere overlevering (hadith) ingevuld, namelijk ‘gelaat en handen’. Dan hebben we echter wel de koran [en dus de ‘directe openbaring van Allah’] verlaten en zijn in de wereld van de legendes terechtgekomen waarvan het gezag door moslims zelf heel verschillend wordt ingeschat.
  5. Tenslotte: Waarop duidt die toevoeging: ‘dat vrouwen niet mogen stampen met de voeten omdat ze daarmee hun verborgen sieraad zouden verraden’ ? Het gangbare antwoord is dat dit een verbod op dansen is, omdat bij zulke bewegingen de lichaamsvormen van de vrouw indirect zichtbaar worden.

Ware de koran de enige bron èn norm, dan zou hiermee alles gezegd zijn. Echter dat is in de moslimwereld niet het geval. Naast de koran is ook de overlevering (hadith) normatief, en niet te vergeten het ‘voorbeeld van Mohammed en zijn gezellen’. Daar vinden we veel meer kledingvoorschriften, maar niet allemaal eensluidend. Ik heb enkele op een aparte pagina opgelijst.

hoofddoek en hadith: basic facts

In een vorige post heb ik de basisgegevens uit de koran verzameld. Hier nog enkele argumenten die niet in de koran staan, maar die uit de mondelinge overlevering (hadiths) afkomstig zijn. NB: die is ook normatief, maar niet binnen elke islamitische traditie.

1

De kledingvoorschriften in de hadith

Ter herinnering: de argumentatie aangaande het gezag van de overleveringen (Hadith) gaat zo: De praktisering van het kledingvoorschrift door de vrouwen rondom Mohammed is voorbeeldig, d.w.z., normatief voor de latere generaties. Het betreft dan Mohammeds vrouwen en de vrouwen van Mohammeds metgezellen: de Sahaba vrouwen. Ook kan Mohammed meer gezegd hebben dan in de koran staat. Als dat zo is, dan is ook dat normatief. Maar pas op: de betrouwbaarheid en dus het gezag van de hadiths verschilt.

Terzake: Er zijn enorm veel verhalen in omloop die voortborduren op de kledingsvoorschriften uit de koran die we in de andere post citeerden. Een aantal vertelt dat de boezembedekking die daar geëist werd, stante pede door de vrouwen die erbij waren genaaid werd met stof uit hun rok. Een soortgelijke overlevering is er over de vrouwen die het via hun man te horen kregen (zie onder). Hierbij blijken twee zaken van belang:

  1. Wat mag onbedekt blijven ?
  2. Er moet ook op de lichaamsvormen gelet worden (sexy kleding).

Met name enkele verhalen over kleding uit fijne of dunne stof zijn hier veelzeggend. Een bloemlezing:

  • Toen het vers [soera 24,31] werd geopenbaard keerden de mannen terug naar huis en lazen dit vers voor aan hun echtgenoten, dochters, zussen en verdere familie. Zo hebben die vrouwen, al gelovend in Allah en zijn heilige boek, van hun rokken een khimar gemaakt. De volgende ochtend stonden de vrouwen met hun khimar om, achter de Profeet Mohammed voor het ochtendgebed (Bukhari, Tefsiru Soerah 24:12; Abu Davud, Libas:29).
  • Aisha waarschuwde vrouwen die zich niet bedekten zoals het hoorde. Op een dag werd er een pas getrouwd meisje, met een khimar uit dunne stof, naar haar gebracht. Aisha zei dit: ‘Een vrouw die in de soerah An-Noer gelooft, bedekt zich niet op deze manier” (Al-Kurtubi, 14:157).
  • [Mohammed vermaant in een andere legende Aisha’s zus op ditzelfde punt]: Op een dag verscheen Hazrath Asma, de dochter van Abu Bakr, met kleding uit dunne stof vervaardigd, voor de profeet. De profeet wendde zijn ogen af en zei: “Esma! Het is duidelijk dat wanneer een vrouw de puberteit bereikt, het passend is dat ze van haar lichaam enkel nog deze en die lichaamsdelen laat zien”. Toen de Profeet dit zei, wees hij naar zijn handpalmen en gezicht (Abu Davud, Libas, 31). Hier is de hoofddoek dus wel verondersteld.  
    • NB: Deze hadith wordt door veel moslimgeleerden als ‘zwak’ bestempeld, dus mag niet als argument dienen. De hoofdreden hiervoor is dat dit verhaal chronologisch niet klopt. Het speelt zich af in Mekka, d.w.z. voordat de twee soera’s werden geopenbaard (die stammen uit Medina) .
  • Verwant aan de de vorige is de volgende legende uit ‘Het leven van de vrome vrouwen’. [Volgens veel strekkingen binnen de islam zijn ook zij normatief (voorbeeldig, soenna) voor de later-levenden] : Munzir bin Zubair had de reeds genoemde Hazrath Asma een heel mooie jurk gestuurd, gemaakt van fijne kostbare stoffen. Asma die blind was, voelde aan de jurk en zei: “Breng die terug naar hem!”. Munzir voelde zich beledigd en vroeg om uitleg: “Deze stof is niet transparant, waarom keur je die af? ”Asma antwoorddde: “Ookal is het niet transparant, het laat wel de vormen van het lichaam zien omdat het dun is”. (Hayatus Sahaabiyaat, v.3, pg. 169)

Deze lijst kan eindeloos worden uitgebreid. Blijkbaar had men tijdens de uitbreiding van de islam (als religie) moeite om de vrouwen te temmen.