Benoem het gewoon: Rushdie was slachtoffer van islam-fundamentalisme

De aanslag op Rushdie had waarschijnlijk minder een economische of politieke dan een religieuze achtergrond. Waarom is dat nou zo moeilijk om te erkennen, vraagt historicus en religiewetenschapper
Kaj Brens 23 augustus 2022 (in ‘Trouw’)

Na de aanslag op het hoofdkantoor van Charlie Hebdo in 2015 dachten veel journalisten en politici de oorzaak ervan te zien in de armoede van de Parijse banlieues, discriminatie en westerse interventies. Terwijl de terroristen hun eigen beweegredenen blootlegden toen ze riepen: ‘We hebben de profeet gewroken!’

Na de onthoofding van Samuel Paty, een kleine twee jaar geleden, wees de toenmalige voorman van NIDA naar het onderdrukkende Franse ‘staatsatheïsme’, de kansenarmoede en het koloniale verleden, terwijl de dader openlijk toegaf, zelfs pochte Paty enkel te hebben vermoord vanwege zijn (vermeende) godslastering.

En nu, na de recente aanslag op Salman Rushdie, menen velen dat het zou gaan om een louter politieke daad. Bart Wagendorp schrijft in de Volkskrant (16 augustus): “De door hem [Khomeini] uitgeroepen fatwa werd waarschijnlijk niet uitgevaardigd op religieuze gronden, maar was politiek ingegeven.” Alsof politiek opportunisme en religieus fanatisme elkaar per definitie uitsluiten.

Zijn de drijfveren werkelijk zo’n mysterie?

In de nasleep van dergelijke aanslagen voltrekt zich vaak een herkenbaar patroon: een hardnekkige weigering om te erkennen dat zulke daden ook maar iets met geloof, in dit geval de islam, te maken kunnen hebben. De Brits-Pakistaanse activist Maajid Nawaz, zelf ooit extremist, noemt dit het ‘Voldemort-effect’, naar de superschurk uit de Harry Potter boeken, wiens naam je beter niet kunt noemen.

Nawaz verwijst hiermee naar de angst en de terughoudendheid om de onderliggende religieuze ideologie van de aanslagplegers concreet te benoemen. De gevierde Turkse schrijver Orhan Pamuk heeft het bijvoorbeeld over ‘klassenverschillen in de maatschappij’ als oorzaak voor dergelijke aanslagen. Verschillende media in binnen- en buitenland spreken nu over het ‘nog onbekende motief’ van de 24-jarige Hadi Matar die Rushdie neerstak.

Maar zijn zijn drijfveren werkelijk zo’n mysterie? We hebben het hier, voor alle duidelijkheid, over een sjiitische moslim die, volgens zijn moeder, na een trip door het Midden-Oosten conservatiever terugkwam dan hij ooit was. Uit zijn uitlatingen op sociale media blijkt dat hij een bewonderaar was van het theocratische regime in Iran, de Revolutionaire Garde, ayatollah Khomeini en verschillende kopstukken van de terroristische organisatie Hezbollah.

De naam op zijn nep-ID was niet toevallig Hassan Mughniyah, een combinatie van Hassan Nasrallah, de leider van Hezbollah, en Imad Mughniyah, een inmiddels overleden bevelhebber. Hezbollah betekent letterlijk ‘Partij van God’.

Zolang links weigert deel te nemen aan dit debat, wordt het gedomineerd door rechtse agitatoren

In Iran zelf werd de aanslag van Matar eveneens ontvangen als een religieuze daad. “De vrijheid van meningsuiting rechtvaardigt niet het beledigen van een religie”, aldus een woordvoerder van het Iraanse ministerie van buitenlandse zaken. De conservatieve krant Kayhan kopte: ‘De hand van de man die insloeg op de nek van de vijand van God moet gekust worden’. Recentelijk bekrachtigde de ayatollah Khamenei nog dat de fatwa van zijn voorganger gebouwd is op theologische gronden, en daarom niet herroepbaar is.

En toch wordt religieus fundamentalisme als oorzaak van de aanslag vermeden. Is het toeval dat de beruchte fatwa vijf dagen vóór de aanslag herdrukt werd in de Iraanse media?

Deze neiging tot ontkenning komt er waarschijnlijk uit voort dat men types als Wilders niet in de kaart wil spelen. En dat is begrijpelijk, maar werkt averechts. Zolang links weigert deel te nemen aan dit debat, wordt het logischerwijs gedomineerd door rechtse agitatoren, die veel verder gaan in hun retoriek en beleidsvoorstellen.

Islamisme en jihadisme zijn, net als liefdadigheid, vasten en de hadj, ook onderdeel van de islam. Dit ontkennen is niet alleen onverantwoordelijk en naïef, maar vooral ook gevaarlijk.

Kaj Brens studeerde geschiedenis en religiewetenschappen