We hebben vrijdenkers en een hervormingsbeweging nodig in de islam
Taboes en dogma’s in islamitische kring moeten doorbroken worden, vindt Fidan Ekiz, zelf van Turkse komaf, om zowel in de eigen gemeenschap als in de samenleving als geheel vooruit te komen. Fidan Ekiz 21 maart 2019
Ik zeg altijd dat ik mijn ouders zoveel dank verschuldigd ben. Zij hebben de koers van mijn leven bepaald. Daarom neemt mijn familie zo’n grote plaats in in mijn werk. Wij maken deel uit van een voortgaande migratiegeschiedenis. Daarom is het onmogelijk aan de zijlijn te staan als toeschouwer. Ik zie het als mijn plicht mijn stem te laten horen. Tegen polarisatie, tegen racisme, voor inclusiviteit. Door de jaren heen ontdekte ik dat alleen dat niet genoeg is. We hebben vrijdenkers en een hervormingsbeweging nodig in de islam.
Taboes en dogma’s moeten doorbroken worden. Emancipatie moet komen van progressieve mensen uit de eigen groep, die dapper de weg banen voor anderen. Die pleiten voor hervorming binnen de islam, rechten voor de moslimvrouw, misstanden aankaarten in de gemeenschap. Dit is een proces dat geduld en vastberadenheid vraagt van de wegbereiders. Zij verdienen alle steun. Maar die blijft uit. De obstakels zijn te groot. Identiteitspolitiek, de angst om te kwetsen, de angst verstoten te worden en de angst islamofoob genoemd te worden frustreren de vooruitgang.
Wij groeiden op met het idee dat we de gemeenschap werden uitgezet als we ons uitspraken. Je kritisch uitspreken over integratie en de islam werd en wordt gezien als verraad en onverdraagzaamheid. Ook door mensen buiten de gemeenschap, zoals regressief-links (een term van de Brit Maajid Nawaz voor mensen die een links, progressief gedachtegoed aanhangen, maar hun progressieve waarden loslaten vanuit de politieke correctheid om alles van etnische minderheden te verdedigen en critici te verketteren als racist) onder het motto ‘je bent voor ons of tegen ons’. Maar juist tussen ‘voor’ en ‘tegen’ liggen de stenen waarmee de verandering gebouwd kan worden.
Gedwarsboomd
Hervormers in de gemeenschap gaan deze uitdaging aan, maar de kans op vooruitgang wordt gedwarsboomd uit alle hoeken. Wanneer ik vraag om met iets meer begrip te kijken naar de generatie van mijn ouders, praat ik de ‘mislukte integratie’ goed. Bekritiseer ik politici die zich inlaten met extreem-rechtse figuren en die zich bedienen van een theorie over omvolking, dan ben je een Turkse hoer van de linkse kerk.
Nog gecompliceerder wordt het wanneer je ook weerstand krijgt vanuit de eigen gemeenschap. Veel collega-opiniemakers van Turkse of Marokkaanse afkomst hebben hiermee te maken. Veroordeel je het gebrek aan zelfkritiek en het gebrek aan debat over de misstanden bij minderheden, dan ben je een huisallochtoon, een landverrader. Vraag je moslims kritisch naar de islam te kijken, dan ‘generaliseer je’ en ‘praat je Nederlanders naar de mond’.
Al zolang ik me kan herinneren, schrijf ik over de migratiegeschiedenis van mijn familie en die van andere gastarbeidersgezinnen. Anekdotes over mooie herinneringen, maar ook over de worstelingen in een nieuw land. Een Turks gezegde luidt: een slang die mij niet steekt, mag duizend jaar leven. Mensen lieten elkaar met rust. Zoals Paul Scheffer treffend schrijft in Het land van aankomst: ‘Onze tolerantie is gaandeweg omgeslagen in onverschilligheid: wie niets vraagt, verwacht namelijk ook niets. We hebben te veel gedacht onkwetsbaar te zijn.’
Deze zelfontkenning heeft gevolgen gehad. Een docent op een zwarte vmbo-school deelde bij De Nieuwe Maan haar zorgen over de segregatie in Nederland. In haar klas vroeg ze of iemand ooit bij witte Nederlanders over de vloer was geweest en vice versa. Van de achttien leerlingen stak slechts een zijn hand op. Een gevolg van het falende multicultureel beleid en discriminatie, zijn verklaringen. De voornaamste ligt wat mij betreft in wat socioloog Ruud Koopmans stelt in zijn recente boek Het vervallen huis van de islam: veel van de hindernissen die een succesvolle integratie van moslimmigranten in de weg staan, hebben met religie te maken. Geen loze kreet.
Deze zorgen moeten we delen, aan de obstakels moeten we werken. Vervolgens gaat het niet over de vraag ‘hoe dan’, maar over waarom we dit soort onderwerpen behandelen in ons programma. Wanneer je zegt dat het benoemen van problemen standaard op verzet stuit en het blijkbaar moeilijk is om er écht over te praten, gaan dezelfde mensen los: ‘hoezo kan dat niet, we doen toch niets anders dan negatief praten over moslims en migranten’. Je kunt je handen ervan aftrekken en achteroverleunen, maar dan moet je ook niet hard gaan roepen dat Nederland nu voor Forum voor Democratie heeft gestemd. Dat ons land met zijn ondergangsdenken en het zich inlaten met racisten en extreem-rechtse samenzweringstheorieën ons verder van huis brengt. Over FvD denk ik: ik ben er, als sociaal-democraat, van overtuigd dat dit nodig is om elkaar weer te vinden.
Het gaat mij niet om de bagger die ik over me heen krijg. Als ik me zorgen maakte om mijn reputatie (of me zou willen verantwoorden, zoals sommigen mijn columns over mijn moslimouders graag interpreteren) had ik deze weg niet bewandeld. Dit is een keuze. Wat me wel interesseert, is dat die weg op deze manier niet leidt tot enige progressie.
Kwalijk
Mensen vergeten dat moslims uit de islamitische wereld de grootste slachtoffers zijn van het islamisme. Terwijl daar wordt gestreden voor meer vrijheid, vooral door vrouwen, geven migrantenjongeren hier die vrijheid vrijwillig op. Zij verwarren hun culturele identiteit met religie. Wat ik evenzo kwalijk vind, is dat linkse activisten en politici hier, in Europa, dit laten liggen. Omdat immigratie het thema van rechts is. Voormalig PvdA-Kamerlid Keklik Yücel zei in De Stentor vorig jaar treffend: ‘Het is zorgelijk dat het in Nederland zover is gekomen dat je moedig moet zijn om een lans te breken voor universele en democratische waarden.’
Volgens Yücel zijn de bestaande linkse politieke partijen niet trouw aan de vrijzinnige, seculiere waarden. Ze hekelt bijvoorbeeld de samenwerking die GroenLinks en de PvdA in Rotterdam aangingen met Nida, een politiek-islamitische partij. Want: ‘Zo’n partij is een dreiging voor de individuele vrijheid.’
Linkse politieke partijen steunen de mensen die willen hervormen niet. Ze laten ze stikken. De dominante tendens van links Nederland om kritiekloos in de bres te springen voor multiculturalisme frustreert alle vooruitgang. Zij pleiten voor pluriformiteit zonder te begrijpen dat die eerst ook nodig is in de eigen gemeenschap. Kritiek van binnenuit, bespreekbaarheid, zijn democratische rechten. Moslims worden blijkbaar beschouwd als een homogene groep met een eigen waardenpatroon. Ons verhaal moet verteld kunnen worden met het doel te werken aan de realiteit. Niet om een nieuwe realiteit te creëren. Niét om mensen in hokjes te stoppen. Juist om ze te bevrijden en om de vrijheid te bewaken. Dat is de enige manier om te voorkomen dat zaken alleen van en door één kant worden belicht. Alleen zo kan de polarisatie een halt worden toegeroepen. Want die kan leiden tot onzekerheid, angst en een dalend vertrouwen in de politiek. Een gevaarlijke combinatie die de weerbaarheid tegen extremisme kan aantasten. In een tijd waarin de dreiging van terreur voortdurend aanwezig is, kunnen we ons dit niet permitteren.
Waar is de verbondenheid die juist nu van levensbelang is? We laten ons meezuigen in een debat dat zich kenmerkt door grote eenzijdigheid. De wereld is veranderd en wij moeten mee veranderen. We moeten de spanningen die verder reiken dan de discussies die we uitvechten recht in het gezicht kijken. Dit is de prijs en de belofte van burgerschap. Samen moeten we een nieuwe weg bewandelen met wederzijds respect.
Identiteitspolitiek gaat ons hierbij niet helpen. Die is blind voor onze overeenkomsten en wil tegen elke prijs identiteit verdedigen. Vooruitgang is onmogelijk als we tegen elke prijs onze identiteiten beschermen.
Seculier onderwijs
We moeten pal staan voor seculier onderwijs. Segregatie leidt tot ongelijkheid en outsiders. Hiervoor moet het bijzonder onderwijs worden afgeschaft. Door kinderen al van jongs af aan te verwijderen van de samenleving op grond van de levensovertuiging van hun ouders, zet je ze al heel jong buiten de rest van de samenleving. We moeten opkomen voor universele mensenrechten. Iedereen die beweert dat te doen, zou een handreiking moeten doen. Stop met uitsluiten, werk samen met mij, met ons.
Ruud Koopmans zei in een interview in het Het Financieele Dagblad: ‘Het is extremisme dat extremisme oproept, haat die tot haat leidt − niet de kritiek op extremisme en haat. Ik ben dus niet tegen de islam.’
Ik had het niet beter kunnen zeggen.
Fidan Ekiz is tv-maker en publicist .
Met passages uit Fidan Ekiz’ nieuwe boek Alles begint en eindigt met familie.